Omkletsen
(kletste om, heeft en is omgekletst), 1. (gemeenz.) onbesuisd omsmijten uit boosheid of moedwil: zij kletsten alles om wat hun voor de handen kwam; 2. met een klets op de grond neervallen: een wilde troep reed tegen hem aan, zodat hij omkletste; 3. (gemeenz.) kletsend rondvertellen: ’t is een beroerling, die alles omkl...