Wat is de betekenis van Ŏdōror?

2025-07-24
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Ŏdōror

dep. (1); 1. eig., ruiken: beruiken. 2. overdr., uitvorsen, navorsen, alqd, Cic., alqd ex alqo, Cic., quid futurum sit Cic.; = (in iets) zin hebben, decemviratum, Cic.; iets besnuffelen = slechts een oppervlakkige kennis van iets op doen, philosophiam, Tac.

Gerelateerde zoekopdrachten