octaaf' (oktaaf)
[→Lat. octavus, achtste], v./m./o. (-taven), 1. (Rooms-Katholieke Kerk) een tijdperk van acht dagen, voor de viering van Kerstmis en Pasen; 2. (muziek) de achtste (diatonische) toontrap, vanaf de grondtoon geteld, die dezelfde naam draagt als de grondtoon; ook het interval tussen die twee tonen (e); 3. de twee vierregelige strofen (kwatrijne...