Nutŭs
ūs, m. 1. het neigen, neiging. 2. praegn., het wenken, wenk. | overdr., wenk, wil, bevel, verlangen; toestemming, annuere nutum alci, Liv.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
ūs, m. 1. het neigen, neiging. 2. praegn., het wenken, wenk. | overdr., wenk, wil, bevel, verlangen; toestemming, annuere nutum alci, Liv.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: