Wat is de betekenis van Nūtrīcĭus?

2025-07-23
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Nūtrīcĭus

voedend, op voedend, subst., nutricius, ĭi, m. opvoeder; nutricia, ae, f. opvoedster, min.

2025-07-23
Prisma Latijn Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten