Wat is de betekenis van noodhelper?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Noodhelper

m. (-s), ben. voor veertien heiligen die bij rampen en in ziekte worden aangeroepen (nog in Z.-Nederl.).

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

noodhelper

m. (-s), 1. helper in de nood; 2.(r.k.) heilige die in tijden van nood wordt aangeroepen. Bekend vooral is de groep van veertien heiligen die vanaf de 13e eeuw gezamenlijk als noodhelpers werden aangeroepen, m.n. in Beieren: Acasius (soldaat en martelaar onder keizer Hadrianus), Barbara, Blasius, Catharina van Alexandrië, Christoforus, Cyriac...