Wat is de betekenis van Nono?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

nono

(1985) (jeugd) idioot; sufferd; saai persoon die niets te melden heeft. • Gister zo'n aardige ontmoeting beleefd. In een drankperceel kwam een of andere nono met joviaal uitgestoken hand op me af. (Oor, 16/11/1985) • (Jan Kuitenbrouwer: Turbotaal. Van sociobabble tot Yuppiespeak. 1987) • De term 'nono' heeft verschillende betekenis...

2025-07-28
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Nono

Zie Non

2025-07-28
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Nono

(vnl. jeugdtaal) idioot; sufferd. Soms ook: neger. Sedert de jaren tachtig. Voor het eerst gesignaleerd door Kuitenbrouwer (1987).Vgl. bojo en nerd. Gister zo’n aardige ontmoeting beleefd. In een drankperceel kwam een of andere nono met joviaal uitgestoken hand op me af. (Oor, 16/11/1985) Die boys zagen jarenlang nono’s aan zich voorb...

2025-07-28
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Nono

Nono - jeugdslang voor ‘domoor, idioot’. Gister zo’n aardige ontmoeting beleefd. In een drankperceel kwam een of andere nono met joviaal uitgestoken hand op me af. Oor, 16-11-85 Edgar vindt me absoluut een nono... Albert Mol: Breek me de bek niet open, 1993 Het was niet zo dat ik een stelletje nono’s om me heen had, integendeel, het waren intelli...

2025-07-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Nono

[Eng.; eigenlijk kindertaal] iets dat absoluut kan of mag: [i]dat is echt en nono. [/i]

2025-07-28
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Nono

m -> Non.

2025-07-28
Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

nono

negende; negende (deel).

2025-07-28
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Ñoño

flauw, kinderachtig, onnozel.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

nono

(Lat. ten negende).