Wat is de betekenis van nondedoeme, nondedomme?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

nondedoeme, nondedomme

(19e eeuw) (Vlaanderen) vloek, uitroep van ongenoegen. • Nondedomme !...” vloekte hij. (Isidoor Teirlinck: Arm Vlaanderen. 1884) • Thijs zegt dat hij nondedomme wel eens zien wil wie haar nu nog durft aanraken. (Gerard Walschap: Een mens van goede wil. 1936) • ... dan nu en dan de authentiek Westvlaamse vloek van pater Rik, d...