Wat is de betekenis van nodeloos?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nodeloos

bn. bw., zonder noodzaak, onnodig: je maakt je nodeloos ongerust; nodeloze uitvoerigheid.

2025-07-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

nodeloos

nodeloos - Bijwoord 1. zonder noodzaak De breedsprakige man sprak nodeloos ingewikkeld. nodeloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder noodzaak Deze man wist weer eens allerlei nodeloze bezwaren te verzinnen terwijl het kan allemaal veel makkel...

2025-07-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

nodeloos

nodeloos - bijwoord uitspraak: no-de-loos 1. zonder dat het nodig is ♢ wij hebben ons nodeloos zorgen gemaakt Bijwoord: no-de-loos Tegenstellingen nodig

2025-07-23
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

nodeloos

onnodig.

2025-07-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Nodeloos

adj. & adv., forgees.

2025-07-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

nodeloos

bn., bw. (zonder noodzaak, onnodig): een nodeloze herhaling; z. nodeloos ophouden.

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

nodeloos

(‘no:dəlo:s) bn. (...loze) en bw. zonder noodzaak, onnodig : ...loze bespiegelingen, luxezaken, praatjes ;het zou-zijn, indien ik u dat ging betonen; de auto in de regen laten staan.

2025-07-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

nodeloos

bn. en bw., zonder noodzaak, onnodig: je maakt je nodeloos ongerust.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-23
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)