Wat is de betekenis van Nitwit?

"Nitwit" is een Engels woord dat wordt gebruikt om iemand te beschrijven die als dom, naïef of onwetend wordt beschouwd. Het wordt vaak gebruikt op een informele, soms spottende manier om te verwijzen naar iemand die niet veel kennis of gezond verstand lijkt te hebben in een bepaalde situatie. Bijvoorbeeld: "Hij gedroeg zich...

(zelfstandig naamwoord) [alg.] onbenul - Met een brandende lucifer het gaslek willen opsporen?! Wat een onbenul!

(1958) (Eng.) onbenul; domoor. Een populaire theorie, die je wel eens terugvind in een aantal Engelse woordenboeken, wil dat het een verbastering zou zijn van het Nederlandse 'ik niet weten' (als antwoord op een vraag). Te lachwekkend voor woorden. Nicoline van der Sijs (Leenwoordenboek) stelt dat het eerste deel 'nit' een Duitse dialectvorm van 'n...

nitwit - Zelfstandignaamwoord 1. (scheldwoord) onwetende sukkel met weinig kennis van zaken ♢ Het gezicht van Wall Street is geen genadeloze wolf, geen kapitalistische nitwit, geen op hol slaand algoritme, maar een clown. Veel fijner naar te kijken dan de realiteit. (Arjen van Veelen NRC 25 januari 201...

(Eng.) onbenul; domoor. Een populaire theorie, die je wel eens terugvindt in een aantal Engelse woordenboeken, wil dat het een verbastering zou zijn van het Nederlandse ‘ik niet weten’ (als antwoord op een vraag). Te lachwekkend voor woorden. Van der Sijs (2001) stelt dat het eerste deel nit een Duitse dialectvorm van ‘nicht&rsquo...

Nitwit - (Eng.; volgens een populaire theorie een verbastering van het Nederlandse antwoord op een Engelse vraag: ‘ik niet weet’), leeghoofd; blaaskaak; onbekwaam iemand; onbenul. Welke nagemaakte nitwit heeft dit ingericht? Lennaert Nijgh: Tobia of de ontdekking van het masturbariaat, 1931 Studentikoze nitwitten die met het ventje heulden, werden...

[Eng.] iemand die niets weet of kan; leeghoofd, idioot, blaaskaak.

iemand die niets weet, niets kan

nitwit zn. 'onnozel persoon, nietswetende' categorie: leenwoord Nnl. Een ter plekke aanwezige nitwit van VARA's Achter het Nieuws [1973; iWNT]. Ontleend aan Engels nitwit 'id.' [1958; OED3], eerder nit wit 'id.' [1914; OED3], wrsch. een samenstelling uit nit 'onbeduidend persoon' [1598], oorspr. 'luizene...