Wat is de betekenis van neukebootjes?

2025-07-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

neukebootjes

(1972) (sch.) (verspreking of spoonerisme) beukennootjes. Zie ook: jong* en lui; scheetjebeef*. • (Piet Grijs: Blijf met je fikken van de luizepoten af. 1972) • Snij dat bontje kloter trouwens met het snerp van de schede een scheetje beef af, dan glijdt het lekker door de pan. Serveren met neukebootjes en khomeinykaas, sterfopstraatworst...

Gerelateerde zoekopdrachten