Netelen
(netelde, heeft geneteld), (gew.) prikken (van brandnetels): ik dacht dat de brandnetels van de maand niet netelden.
Van Dale Uitgevers (1950)
(netelde, heeft geneteld), (gew.) prikken (van brandnetels): ik dacht dat de brandnetels van de maand niet netelden.
Wiktionary (2019)
netelen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord netel Synoniemen netels
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Walter De Clerck (1981)
Van brandnetels: prikken; (trans.) (iem.) met brandnetels prikken; - ook wederk.: bij het onkruid plukken heb ik mij geneteld.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: