Nathals
m. en v. (...halzen), drinkebroer.
Marc De Coster (2020-2025)
(19e eeuw) (inf.) drinkebroer. De hals wordt hier gezien als de buitenkant van de slokdarm. Syn.: natjanus*; natnek*; pimpelneus*. • nathals, z.n.m. – Zuiplap, drinkebroêr. (Jacob van Lennep: Zeemans-woordenboek. 1856) • Dat is zooveel als een roemer wijn voor een' nathals. (P.J. Harrebomée: Spreekwoordenboek der Neder...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc de Coster (2004)
Schertsende term voor een dronkaard. Hals moet hier worden opgevat als keel. Ook wel ‘natnek’. Reeds vermeld door Tuinman. In de zeventiende eeuw werd iemand die te veel gedronken had met een eufemisme ‘nat’ genoemd. Zo lezen we bijvoorbeeld bij Vondel: ‘Silenus, die noch nat Avrechts op den ezel zat.’ Eene... helleveeg,... die haar nathals van ee...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: