Wat is de betekenis van Mut?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Mut

v., in de uitdr. het is er zo vol als mut, het is er stampvol; (gew.) ik ben zo vol als mut, ik kan nu niets meer eten of drinken; hutje met mutje, zie Hutje.

2025-07-26
Kleine woordentolk der geesteswetenschappen

A.J.H. van Leeuwen, A.P. Meyer-Gerhard (1977)

MUT

(e) Wereldmoeder, de Moeder der goden.

2025-07-26
Kunstgeschiedenis

Amsterdam Boek (1959)

Mut

Egyptische god, zie Egypte – nieuwe rijk – bouwkunst.

2025-07-26
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Mut

moed; einem Mut machen, iem. moed geven, aanmoedigen.

2025-07-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

mut

v.: het is zo vol als mut, tjokvol.

2025-07-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Mut

(spr.: Moet), oud-Egypt. godin, gemalin van Amoen van Thebe en moeder van ➝ Chonsoe. Toen Amoen rijksgod was (sinds de 18e dynastie), gold M. als rijksgodin en had zij tempels in vsch. plaatsen. Zij werd met meerdere godinnen geïdentificeerd. Haar hoofdtempel in Karnak is grondig verwoest.

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

mut

v. (-je) [~ mud] grote hoeveelheid: het is zo vol als -, stampvol. ➝ hut.

2025-07-26
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Mut

Mut, - een Egyptische godin, die vooral in Thebe werd vereerd. Haar naam beteekent „moeder”. Ze wordt meest afgebeeld met leeuwekop, en gold later, toen Thebe rijkshoofdstad was geworden, als gemalin van den rijksgod Amon. Vaak wordt ze als gier afgebeeld („gier” beteekent in het Egyptisch ook „mut”).

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

mut

in de uitdr.: het is er zo vol als mut, het is er stampvol.