Wat is de betekenis van Multum?

2025-07-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Multum

[Lat-, onz. van multus = veel] veel; multum in parvo = veel in kort bestek; multum, non multa, veel (wat betreft gehalte of inhoud), maar niet velerlei (vgl. het tegendeel multa sed non multum, [i]z.a.). [/i]

2025-07-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Multum

veel.

2025-07-28
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Multum

comp. plūs, sup. plūrĭmum, I. subst., veel, een groot deel, - stuk a. in nom. of acc., met de gen., m. vini, Liv., in m. diei, tot laat op de dag, Liv.; comp., plus alci debere, Cic., quod plus est, wat meer is, meer zeggen wil, Liv., quam molestum est uno digito plus habere, een vinger meer, Cic., plus pecunia...

2025-07-28
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

multum

multum - veel.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Multum

Multum multum non multa, niet velerlei maar veel.

2025-07-28
Prisma Latijn Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)