Wat is de betekenis van move?

2025-07-25
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

move

(zelfstandig naamwoord) [alg.] zet, manoeuvre - De Nederlandse regering kocht Air France-KLM-aandelen. Voor de Fransen een totaal onverwachte zet. [dans] beweging, danspas - Moe word ik van het kijken naar die drukke bewegingen.

2025-07-25
Afkortingenlijst Vlaanderen

Team taaladvies (2020)

MOVE

Monitoring Verruiming Westerschelde

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

move

move - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van moven ♢ Ik move 2. gebiedende wijs van moven move! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van moven move je 4. aanvoegende wijs va...

2025-07-25
Papiaments woordenboek

Papiaments woordenboek

move

bewegen, verplaatsen, verroeren, verschuiven, verwrikken, verzetten (verplaatsen)

2025-07-25
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

move

I. beweging; zet; fig stap; verhuizing; get a move on, 1. vooruitkomen; 2. in beweging komen; 3. maak wat voort!; make a move, 1. een zet doen; 2. van tafel opstaan [en zich naar de salon begeven]; make no move, zich niet bewegen, geen vin verroeren; be on the move, in beweging zijn; II. zich bewegen, zich in beweging zetten, zich roeren, iets doen...

2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)