Wat is de betekenis van Moven?

2025-07-27
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

moven

(werkwoord) [alg.] vertrekken, weggaan - Jongens, genoeg gekletst. Jassen aan en gedag zeggen. We vertrekken.

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

moven

(1976) (inf.) (< Eng. to move + -n), vertrekken, opstappen; ervandoor gaan. Tegenwoordig vooral: in actie treden. Vooral imperatief gebruikt. Soms in de alternatieve spelling: moeven. Oorspronkelijk soldatentaal. • Peter en Tine gaan moeven! (Kees van Kooten: De ergste treitertrends. 1976) • Moeven: weggaan. Brabant en elders. (NRC Ha...

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

moven

moven - Werkwoord 1. (informeel) weggaan. Ik heb nu genoeg van je, moven! 2. aan de kant gaan Move es een end, dan kan ik er nog bij naast. Woordherkomst Afkomstig van het Engelse move.

2025-07-27
Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Moven

Moven - (uitspr. moeven) verplaatsen. Moven!: oprotten! Van Eng. to move. Nu ook in jeugdkringen gebruikt.

2025-07-27
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Moven

Moven - (Eng. to move + -n), vertrekken, opstappen; ervandoor gaan. Vooral imperatief gebruikt. Informeel; oorspronkelijk soldatentaal. Tuurlijk ben jij hartstikke gek op je pa en ma, maar af en toe mogen ze best even ‘moven’. Club, februari 1988 Ik ben met een vrouwtje meegegaan. Geslapen daar en zo en toen stapt vandaag ineens die vent van d’r b...

2025-07-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-07-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)