Wat is de betekenis van montering?

2025-07-21
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Montering

v. (-en), 1. het monteren; 2. uitrusting van een soldaat, inz. uniformrok: de schitterende montering der rijdende artillerie.

2025-07-21
Indonesisch Nederlands woordenboek

W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)

montéring

uitrusting, montering; -> mentéréng.

2025-07-21
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

montering

montering - Zelfstandignaamwoord 1. het monteren Woordherkomst Naamwoord van handeling van monteren met het achtervoegsel -ing Antoniemen demontering

2025-07-21
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Montering

het montéren; mil. uitrusting.

2025-07-21
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Montering

militaire dienstkleding; het monteren

2025-07-21
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Montering

militaire dienstkleding

2025-07-21
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

montering

v. militaire dienstkleding.

2025-07-21
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

montering

v. -en; het monteren; inz. militaire uitrusting, uniform; het in-elkaar-zetten of ineenvoegen van delen ener machine; het vatten van edelgesteenten enz.; ’t in-scène-zetten van een toneelstuk, ’t in elkaar zetten v. e. film.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-21
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Montering

Montering of montuur noemt men al datgene, wat tot de uitrusting van den soldaat behoort. Aanvankelijk moest de krijgsman zelf daarvoor zorgen, maar na de invoering van de staande legers heeft de Staat zich daarmede belast. Meer bepaald wordt daarmede thans de kleeding bedoeld. Deze, door regimentskleermakers vervaardigd, bewaart men onder afzonder...