Wat is de betekenis van monocyt?

2025-07-27
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

monocyt

grote witte bloedcel zonder granula, met grote, boonvormige kern (bij de mens tot 7% van de witte bloedcellen). Heeft vermogen tot fagocytose (o.a. bacteriën opnemen). Bij ontsteking uit het bloed naar de weefsels.

2025-07-27
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Monocyt

een soort wit bloedlichaampje, zie ook bloed.

2025-07-27
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Monocyt

(geneesk.), bepaalde vorm van witte bloedlichaampjes. Het zijn de grootste bloedcellen en ze hebben een groote gelobde kern met fijne netstructuur en in de volgens Giemsa gekleurde praeparaten zeer fijne roodpaarse korrels in het blauwgrijze protoplasma. De plaats waar deze bloedcellen gemaakt worden, is niet zeker (waarsch. in het beenmerg of in h...

2025-07-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)