Monkellach
m., (Zuidn.) glimlach.
Peter Bakema (2003)
(het, -en), monkellachje (het, -s) glimlach, glimlachje. Vader heeft het met ingehouden monkellachje aanhoord maar laat duidelijk blijken dat wat hem betreft Pieter rustig kan doorgaan. - GvA, 23-07-2002.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Walter De Clerck (1981)
Glimlach. De beloning voor mijn arbeid is uw monkellach en uw stevige Zichemse handdruk, BONI 1948, 280. Hoeveel jaren hebben we reeds met een monkellach de spreuken van de Bond Zonder Naam gelezen, en er iets bij opgestoken! Vrouw en Wereld febr. 1976, p. zo. Afl.: monkellachen, glimlachen, meesmuilen (Laten we even monkellachen me...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: