Wat is de betekenis van moederkerk?

v. (-en), 1. hoofdkerk, waarvan andere afhankelijk zijn; 2. de R.-K. Kerk.

moederkerk - Zelfstandignaamwoord 1. (religie) de rooms-katholiekekerk, Ecclesia mater ♢ De Pius X Broederschap moge dan nog omstreden zijn, maar de weldra opnieuw aanbrekende eenheid met de Moederkerk is aanstaande - vooral door de bemoeienis van paus Benedictus XVI, in wiens voetspoor paus Franciscus...

Parochiekerk van de eerste generatie, van vóór het jaar 1000, meestal gesticht door de bisschop of een door de koning gesteund missieklooster. Binnen het aan deze kerken toegewezen territorium ontstonden na verloop van tijd dochterkerken, waarvan ook weer nieuwe parochies afgesplitst konden worden. Moederkerken hielden soms inkomsten uit dochterpar...

1. De Roomsch-Katholieke Kerk, omdat zij in alle geestelijke behoeften van haar kinderen voorziet. 2. Een parochiekerk van welks territorium gedeelten worden afgescheiden tot stichting van een nieuwe → parochie of van een → bijkerk. In het laatste geval is de bijkerk afhankelijk van de M. 3. Zie Lateraan.

hoofkerk waaruit ander ontstaan het.

Kerk op welker grondgebied later dochterkerken gesticht zijn. De M. hield soms inkomsten of een patronaatsrecht; soms was zezeendstoel (zie Zeendrecht). M.en waren Oldeboorn, Steenwijk (voor de Stellingwerven), Staveren, Bolsward, Lwd., Dokkum, Franeker, Sneek.

titel van de basiliek van Sint Jan van Lateranen te Rome, de oudste pausel. kerk; naam door de katholieken gegeven aan de R.K. kerk in haar geheel; parochiekerk, waaronder een of meer bijkerken ressorteren. M. heet bij de Christian Sciëntisten ook de door Mrs Eddy-Baker gestichte kerk te Boston.

v.; de R.-K. Kerk.

Deze naam wordt gegeven 1° Aan de basiliek van Sint Jan van Lateranen te Rome, die als oudste pauselijke kerk den titel mag voeren van hoofd en moeder van alle kerken; 2° Aan de kerk van Rome, waarvan de paus zelf bisschop is; dit gebruik van den naam komt in de 5e eeuw op; 3° Aan de Kath. Kerk in haar geheel, vooral om te wijzen op de...