Wat is de betekenis van mislopen?

I. (liep mis, is misgelopen), 1. zó lopen dat men iem. of iets niet treft, raakt-: ga nu hierheen, anders loopt gij hem zeker mis; 2. (drukk.) de lettervorm op een of meer plaatsen niet genoegzaam raken met de drukballen; 3. niet tot iets komen, het niet krijgen: hij is de boot misgelopen en moet nu nog een dag hier blijven;...

mislopen - Werkwoord 1. ergatief niet op de juiste tijd op de juiste plaats zijn om iets mee te maken ♢ Hij is door autopech dat prachtige concert misgelopen. 2. ergatief fout aflopen ♢ Zijn plannetje liep helemaal mis door die plotselinge sneeuwval....

mislopen - onregelmatig werkwoord uitspraak: mis-lo-pen 1. hem net niet tegenkomen ♢ik ben Pieter misgelopen 2. het net niet krijgen ♢doordat je te laat bent, ben je de taart misgelopen ...

v., misrinne, de forkearde kant út gean, misgean, op ’e non, yn 'e hobbel rinne, faeljekant rinne; het loopt mis it naeit oer de forkearde latte, it spul is forkâlden; het loopt helemaal —, it kin gjin wei, gjin wegen út, gjin wei hinne gjin wei hâlde; zien aankomen dat het m...

liep mis, heeft, is misgelopen; 1. met opzet of bij vergissing zo lopen, dat men iem. of iets niet treft, raakt, ontmoet; verkeerd lopen: als ge zo loopt, loopt ge mis; ik ben hem misgelopen; 2. bij geluk of ongeluk niet tot iets komen; niet krijgen: de straf mislopen; 3. een ongunstige afloop hebben, mislukken: zo iets moet mislopen; alles loopt h...

('mis) (liep mis, is misgelopen) 1. verkeerd lopen : wij zijn misgelopen. 2. bij het lopen niet ontmoeten : hij moet je zeker misgelopen zijn. 3. niet treffen : dat is hij misgelopen. 4. ongunstig lopen: die zaak zal niet-, het is met hem misgelopen.

...

...

...