Middenbeuk
v. (-en), de grote beuk in een kerk.
Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
(bouwk.). De kerkgebouwen van het zgn. basilicatype bestaan uit een langgestrekte ruimte, geflankeerd door twee lagere en smallere zijruimten, gescheiden door zuilen- of pijlerreeksen. De eerstbedoelde hoofdruimte, aan het eind waarvan het altaar in een nis wordt opgesteld, heet de middenbeuk of het middenschip, de beide andere de zijbeuken. Daar d...
Jozef Verschueren (1930)
m. en v. (-en) hoofdbeuk, schip midden in een kerk. Syn. middenschip. Tgst. zijbeuk.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m. (-en), middenschip, die middenruimte van een kerk, moskee, of hal, van de zijbeuken gescheiden door zuilenrijen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: