Wat is de betekenis van mergpijp?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Mergpijp

v. (-en), mergbeen.

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

mergpijp

1) (1905) (zeem.) afvoer voor de w.c. Eigenlijk: een loden pijp waardoor de faecaliën worden verwijderd. Vermeld in het WNT zonder vindplaats. • (Puzzel Vademecum. Deel 1. 1979) 2) (1950) (Vlaanderen, inf.) mannelijk geslachtsdeel. Merg in de betekenis van 'mannelijk zaad, sperma' werd al in de 16e eeuw opgetekend. •...

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

mergpijp

mergpijp - Zelfstandignaamwoord 1. (anatomie) bot met merg erin Woordherkomst samenstelling van merg en pijp

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Mergpijp

s., murch-, march-, margebonke, -piip.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

mergpijp

v. -en; been, gevuld met merg.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

mergpijp

v. (-en) pijpvormig been waar merg in zit.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

mergpijp

v./m. (-en), 1. mergbeen; 2. balkvormig gebakje, gevuld met cake en crème en omhuld met marsepein.

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)