Mendax
dācis, onwaar, leugenachtig, homo mendax, en subst. alleen mendax, leugenaar, Cic. | overdr., (van zaken) bedriegelijk, misleidend; vals, verdicht; nagebootst, nagemaakt.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
dācis, onwaar, leugenachtig, homo mendax, en subst. alleen mendax, leugenaar, Cic. | overdr., (van zaken) bedriegelijk, misleidend; vals, verdicht; nagebootst, nagemaakt.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: