Wat is de betekenis van Max?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Max

maximum, maximaal.

2025-07-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

max

(2014) (jeugd) goed, leuk. Verkorting van 'de* max'. • En dan tot slot een uurtje naaien, anderhalf uurtje máx. (Sylvia Witteman: Gekke wijven en andere types. 2014)

2025-07-24
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Max

Zie Maximiliaan

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Max

Max - Eigennaam 1. (mannelijke naam) jongensnaam

2025-07-24
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

max

- dat is de max, dat is je van het. Het grote voordeel is datje in dit spel niet tegen de klok moet stunten. Je kan dus net zo lang halsbrekende toeren uithalen zolang je zelf wilt. Daarvoor werden immense arena's ontwikkeld die tot de grootste horen die we ooit gezien hebben. De max gewoon. - GvA, 28-08-2002.

2025-07-24
Verklarend Woordenboek Plantennamen

Dr. C. A. Backer (1936)

max

max, - wordt door Linnaeus (zie Linnaea) in zijn Flora Zeylanĭca (1737) vermeld als een Sp. plantennaam.

2025-07-24
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Max

de - uitstekend, voortreffelijk, fantastisch, leuk. Jeugdtaal uit Vlaanderen. Van Frans lemax. Op lange termijn zouden wij een soort Belgisch mini-Motown kunnen worden: een produktie- team schrijft de nummers en laat ze door verschillende artiesten uitvoeren. Dat zou de max zijn. (Humo, 09/02/89)

2025-07-24
Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Max

Max, Adolphe, Belgisch politicus, *30.12.1869 Brussel, +6.11.1939 Brussel. Max was sinds 1903 liberaal gemeenteraadslid en van 1909 tot 1939 burgemeester van Brussel. In die functie verzette hij zich tijdens de Eerste Wereldoorlog tegen Duitse eisen en werd daarom gedeporteerd. Van 1919 tot 1939 was hij liberaal volksvertegenwoordiger voor Brussel.

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

max

Toppunt; inz. ter aand. van de uitmuntende kwaliteit (van iets), in verb. als dat is de max, het jé van hét. Als je het nóg pittiger wilt, dan neem je d’r ook nog wat waterkers bij. Waterkers over je boterham met gehakt, dat is het toppunt, de max zoals ze in Antwerpen zeggen. Maar zoek niet verder, want uiteindeli...