Wat is de betekenis van masteluin?

2025-07-21
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Masteluin

o., 1. een mengsel van half tarwe en half rogge ; 2. (-en), brood van dit mengsel gebakken.

2025-07-21
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

masteluin

masteluin - Zelfstandignaamwoord 1. (voeding) een mengsel van half tarwe-, half roggemeel Deeg van masteluin rijst minder gemakkelijk dan gewoon meel. Woordherkomst Ontleend aan het Franse mestillon, dat afkomstig is van het Latijnse mixtellum.

2025-07-21
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Masteluin

of mastelein [via OFr. van Lat. mixtura = mengsel] mengsel van tarwe en rogge; brood van dit mengsel.

2025-07-21
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Masteluin

o., brood half van tarwe en van rogge

2025-07-21
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Masteluin

is een mengsel van tarwe en rogge.

2025-07-21
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

masteluin

m. of o.; mengsel van tarwe en rogge.

2025-07-21
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Masteluin

mengsel v. rogge en tarwe, waaruit M.-brood wordt gebakken.

2025-07-21
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

masteluin

(mastə'luin) m. en o. 1. Eig. mengsel van rogge en tarwe. 2. Metn. daarvan gebakken brood.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-21
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

masteluin

[<Nieuwlat. mixtellum, het gemengde], m./o., mengteelt, gemengde cultuur van rogge en tarwe. (e) De masteluincultuur kwam vooral in de middeleeuwen in Vlaanderen en Brabant voor. Daar en in Luxemburg, Frankrijk en de BRD kan men de teelt nog sporadisch aantreffen, speciaal waar goede akkerbouw niet mogelijk is (slechte gronden, bergstreken) .