Wat is de betekenis van Mănĭco?

2025-07-25
Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

manico

handvat; steel; oor.

2025-07-25
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Mănĭco

(1), in de vroegte komen.