Wat is de betekenis van manari?

2025-07-25
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

manari

(de, -’s), 1. vierkante, gevlochten zeef voor voedselbereiding. De stukken broodvrucht leggen op een manarie, houten bak of geëmailleerd blik. In de zon op een stofvrije plaats enkele dagen laten drogen. De gedroogde plakjes stampen of malen en zeven (S&S 75). 2. (veroud.) grote, houten, vastliggende zeef van latjes, bestemd om bijv...

2025-07-25
Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië

Herman Daniël Benjamins, Joh. F. Snelleman, Martinus Nijhoff, E.J. Brill (1914-1917)

Manari

AROW., KAR. en N.E. Vierkante zeef van warimbo (Ischnosiphon) gevlochten, gewoonlijk van Indiaansch maaksel, in de kolonie algemeen gebruikt.

Gerelateerde zoekopdrachten