Wat is de betekenis van makoe?

2025-07-24
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

makoe

(de, -s), naam voor een aantal nfialariamuggen (Anopheles-soorten), gekenmerkt door gestreepte poten. Toen kwam er een makoe, die om de ooren van Kaikoutji gonsde en hem stak; maar de man, die als een bal in zijn hangmat lag opgerold, bewoog zich niet (van Cappelle 134). - Etym.: S. Oudste vindpl. Teenstra 1835 II: 464. Bij Herlein (1718: 179) vern...

2025-07-24
Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië

Herman Daniël Benjamins, Joh. F. Snelleman, Martinus Nijhoff, E.J. Brill (1914-1917)

Makoe

N.E. Zie DIPTERA.