Wat is de betekenis van Makkelijk?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Makkelijk

bn. bw. (-er, -st), 1. gemakkelijk; geen moeite opleverend: dat kun je makkelijk oplichten; een makkelijke thema ; dat is lang niet makkelijk ; — (bw.) zonder veel inspanning : dat gaat niet makkelijk ; dat kun je makkelijk gedaan krijgen; 2. gemakzuchtig: hij is nogal makkelijk uitgevallen; 3. (bw. van modaliteit) zeer wel, al licht: dat k...

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

makkelijk

makkelijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet moeilijk, waar weinig moeite en inspanning voor vereist is Woordherkomst afgeleid van gemak met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e- afkorting van gemakkelijk Synoniemen gemakkelijk

2025-07-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

makkelijk

makkelijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: mak-ke-lijk 1. wat je zonder veel inspanning kunt doen ♢dat proefwerk was makkelijk 2. wat gemak geeft, waar je je prettig bij voelt ♢opa zit altijd in de m...

2025-07-25
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Makkelijk

Er is een heel rijtje woorden waarvan naast elkaar voorkomen vormen met en zonder het voorvoegsel ge-. Men zegt: makkelijk en gemakkelijk, broeders en gebroeders, zusters en gezusters, zeggen en (zich laten) gezeggen, heel en geheel, buur en gebuur, lijken en gelijken, lukken en gelukken, tij en getij, touw en getouw (in de uitdrukking iets op touw...

2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Makkelijk

adj. & adv., maklik.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

makkelijk

bn., bw.; zie gemakkelijk.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

makkelijk

('makkələk) bn. en bw. (-er, -st) I. 1. gemakkelijk ; dat is een onderwerp; het is lang niet -; iets gedaan krijgen. 2. gemakzuchtig : uitgevallen zijn. II. bw. al licht: dat kan zo zijn.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

makkelijk

bn. en bw. (—er, makkelijkst), gemakkelijk.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

makkelijk

makkelijk bn. 'eenvoudig, zonder moeite' categorie: geleed woord Mnl. mackelike (bw.) 'kalm, rustig' in si quamen gegaen mackelike 'ze kwamen langzaam aanlopen' [1300-50; MNW-R]; vnnl. mackelijck 'behaaglijk' in het kussen ..., daer hy mackelijck op sit [1614; WNT], 'zonder veel moeite of inspanning' [161...