Wat is de betekenis van Macis?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Macis

(Fr.), v., foelie van de nootmuskaat.

2025-07-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Macis

[Fr.] (cul.) foelie.

2025-07-28
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Macis

foelie.

2025-07-28
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Macis

f. foelie.

2025-07-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

macis

v. foelie, muskaatbloesem.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

macis

v.; Fr., Lat. foelie.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

macis

(ma'si) v. [Fr. < Lat.] foelie der nootmuskaat.

2025-07-28
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Macis

Macis - Zie FOELIE.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

macis

[Fr.], m., foelie van de nootmuskaat.

toon meer resultaten

Gerelateerde zoekopdrachten