Wat is de betekenis van luizenladders?

2025-07-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

luizenladders

(1953) (sch.) bakkebaarden. Ook enkelvoud: luizenladdertje (bakkebaard). Syn.: kinderkousjes*, koteletten*. • .... John Gilbert, vaak met zwart krulhaar, snorretje en luizenladders langs de oren. (De locomotief: Samarangsch handels- en advertentie-blad, 25/07/1953) • Zijn verdrietige kop, een bol geval met flaporen en een spiesneus, was...

Gerelateerde zoekopdrachten