Wat is de betekenis van loofhut?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Loofhut

v. (-ten), hutje van takken en loof, prieel; inz. bij de Israëlieten: hutje waarin zij eenmaal per jaar het zevendaagse feest vieren ter herinnering aan hun verblijf in de woestijn.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

loofhut

loofhut - Zelfstandignaamwoord 1. hut gemaakt van bladeren 2. (religie) hut waarin joden het Loofhuttenfeest vieren Woordherkomst samenstelling van loof en hut Synoniemen cabane soeka, soeke

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

loofhut

v. loofhutten (een door loof en takken gevormde hut; Israëlitische feesthut oorspr. van loof en takken, waarin de Israëlieten volgens de Mozaïsche wet eenmaal per jaar gedurende een zevendaags feest moesten wonen, ter herdenking aan het omzwerven in de woestijn).

2025-07-28
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Loofhut

Prieel, een hutje van loof en takken, een afdak. In het bijzonder de hutjes, oorspronkelijk van loof en takken, waarin de Joden, volgens de Wet van Mozes, eenmaal in het jaar een week moeten wonen, ter herinnering aan de veertig jaren, welke hun voorvaderen in de woestijn hebben rondgezworven (Het Loofhuttenfeest in het begin van October). ,,In hut...

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

loofhut

v. (-ten) met bladeren overdekte hut.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Loofhut

Loofhut v. (-ten), eene met bladeren overdekte hut; inz. bij de Israëlieten eene met loof overdekte plaats, waarin de Joden met hunne familiën bijeenkwamen om met vreugde- en eerefeesten de veertig jaren te herdenken, gedurende welke hunne voorvaderen in de woestijn hebben rondgezworven; tegenwoordig slechts overdekte plaatsen in of nabij hunne won...

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)