Leuningbijter
m. (-s), (Barg.) leegloper, baliekluiver.
Marc De Coster (2020-2025)
(1906) (Barg.) leegloper; nietsnut. Eigenlijk: iemand die (de ganse dag) over de brugleuning hangt. Te vergelijken met het hoogduitse ‘Fenstérbeiszerin, Rahmenfresserin, Fensterrahmknauplerin’, vrouw die steeds voor 't venster zit uit te kijken. Ook wel bruggenbijter* of baliekluiver* genoemd. Volgens Endt (Bargoens Wdb) hield we...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Ewoud Sanders (2019)
niksnut, leegloper In 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. • En treiterig meesmuilend, handenwrijvend, staan al die grijpelingen en leuningbijters met de niesetjes [meiden] buiten toe te kijken, naar ’t afdruipen van de prinsenij [politie]. ¶ M.J. Brusse, Het rosse leven en sterven...
Marc de Coster (2007)
(Bargoens) leegloper; nietsnut. Eigenlijk: iemand die (de ganse dag) over de brugleuning hangt. Vermeld door Henke en Bos. Te vergelijken met het Hoogduitse Fensterbeiszerin, Rahmenfresserin, Fensterrahmknauplerin, vrouw die steeds voor het venster zit uit te kijken. Ook wel bruggenbijter of baliekluiver genoemd. Volgens Endt (1974) hield werkloos...
Riemer Reinsma (1998)
Een leuningbijter is een nietsnut. De woordenboeken maken een vergelijking met baliekluiver, letterlijk ‘iemand die over de balie (‘railing’) van bruggen hangt’, en in die zin dus ook een nietsnut.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: