Wat is de betekenis van lessen?

(leste, heeft gelest), 1. iets met een vloeistof afkoelen, blussen: kalk lessen; 2. de dorst lessen, stillen; zijn roemzucht is niet te lessen, is niet te bevredigen.

lessen - Werkwoord 1. (ov) met vocht de dorst beëindigen ♢ De regen leste eindelijk de dorst van het wanhopige wild. 2. (inerg) les nemen ♢ In welke auto heb jij gelest? lessen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig n...

v., dwest(g)je, dwêste; de dorst —, de toarst forslaen.

I. verminderen; verkleinen; II. verminderen, afnemen.

(Fr. Lessines), gem. in België, prov. Henegouwen. 1047 ha, 9931 inw. Industrie van landbouwwerktuigen, steengroeven.

(Frans Lessines) is een Waals stadje in het N. van de Belgische prov. Henegouwen, aan de Dender, op bijna vlakke leembodem, groot 1047 ha, met (1950) 9750 inw. Er zijn porfiergroeven, landbouw, lucifersfabrieken, cichoreibranderijen. Voor ’t eerst wordt Lessen vermeld in 946. Sedert de 13de eeuw sprak zijn baljuw recht over de „T...

leste, h. gelest (blussen; stillen, ook fig.): kalk lessen; de dorst lessen.

gem. i/d Belg. prov. Henegouwen, 10 600 inw.

(Fr.: Lessines), gem. in het N. van de prov. Henegouwen; opp. 1047 ha, ruim 10 000 inw. (vnl. Kath.). Dender-dal; landbouwnijverheid; steengroeven. L. speelde een gewichtige rol in de geschiedenis, nl. als twistpunt tusschen de graven van Vlaanderen en die van Henegouwen; eertijds een belangrijke handelsmarkt; reeds in de 10e e. vermeld. Verbouwde...