Wat is de betekenis van Ledebraak?

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

ledebraak

(19e eeuw, vero.) (ook: leebraak) (< strafoefening: het breken van ledematen) zwaar werk. • Ledebraak, z.n., vr., der, of van de ledebraak; zonder meerv. Zware arbeid, die de leden als braakt. Van hier het bedr. w., gelijkvl. ledebraken, teisteren: zie hem geledebraakt, bespogen, uitgejouwd. M.L. Tydw. Voor dit ledebraken zegt men ook leebr...

2025-07-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

ledebraak

geledebraak, iem. die lede breek.

2025-07-25
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Ledebraak

Ledebraak, v. gmv. (fig.) zeer zware arbeid. *...BRAKEN, of *...BREKEN, bw. gel. (ik ledebraakte, heb geledebraakt), zijne leden breken; (fig.) teisteren. *...BRAKIG, *...BREKIG, bn. (fig.) moeijelijk. *...BREUK, v. (-en), breuk van eenig lid.