Wat is de betekenis van Latijnsche taal?

2025-07-28
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Latijnsche taal

zie Kerklatijn.

2025-07-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Latijnsche taal

Oorspronkelijk de taal van Latium, het eenige Italische taaleigen, dat zich tot een cultuurdialect heeft opgewerkt en waarin een eigen literatuur ontstaan is. Het Latijn (L.) heeft de overige Italische dialecten verdrongen, en werd tot gemeentaal van Italië. Met de stichting van het Romeinsche wereldrijk werd het tot de officieele taal van hee...

2025-07-28
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Latijnsche taal

Latijnsche taal, - oorspr. de taal van de bewoners van Latium, de smalle vlakte ten Z. van de Tibermondiag, is het eenige van de Italische dialecten, dat het door de buitengewone kracht van het volk en de gunstige omstandigheden tot een litteratuur heeft gebracht, waarvan de bloeitijd in de laatste eeuw der Republiek en ’t begin van den Keizertijd...

2025-07-28
Beknopt kerkelijk handwoordenboek

M.C. Nieuwbarn O.P. (1910)

Latijnsche Taal

Latijnsche Taal wordt door de r. k. Kerk in hare liturgie (z.a.) of eeredienst gebezigd: 1. wijl die uit Rome stamt, het middelpunt der christenheid; 2. wijl zij, als doode taal, in woordbeteekenis niet verandert, gelijk dit bij de levende spraken het geval is; 3. wijl hierdoor de eenheid der liturgie in alle tijden en alle landen verzekerd is. In...

2025-07-28
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Latijnsche taal

de taal der Romeinen, d. w. z. het italische dialect, dat in den tijd, waarin de historische overlevering begint, in de door den Tiber, de sabijnsche bergen en de zee begrensde vlakte van Latium, gesproken werd (zie Italische talen). Door het stichten van koloniën en het inlijven van steden en landschappen van Italië bij den romeinsehen s...