Wat is de betekenis van Lampoot?

2025-07-21
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Lampoot

m. en v. (...poten), 1. (gemeenz.) iem. die aan zijn been lam is; 2. (fig.) luiaard.

2025-07-21
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

lampoot

m. en v. lampoten (scheldn. luiaard).

2025-07-21
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

lampoot

('lam) m. en v. (...poten) Gemz. lamme, luie persoon.

2025-07-21
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Lampoot

m. en v. (-en), (gemeenz.) iem. die aan zijn been lam is; (fig.) luiaard.