Ladelichter
m. (-s), iem. die de inhoud van toonbankladen steelt.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip ladelichter heeft 2 verschillende betekenissen: 1) iemand die steelt uit de geldla. iemand die steelt uit de geldla; dief. 2) oplichter. onbetrouwbaar persoon; oplichter.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc De Coster (2020-2025)
(1987) (scheldw.) onbetrouwbaar sujet; oplichter. Eigenlijk: iemand die de inhoud van toonbankladen steelt. • Die laaielichter waar je nou mee gaat dat is tuig van de richel dat is gajes van de straat een laaielichter, is dat wat je wou en dan te bedenken dat ik nog steeds in laaielichter sta voor jou. (Gerard Cox: Die laaielichter. 1987)...
Marc de Coster (2007)
onbetrouwbaar sujet; oplichter. Eigenlijk: iemand die de inhoud van toonbankladen steelt. De gebroeders Grimm worden in de film opgevoerd als ladelichters in een land dat uitsluitend wordt bevolkt door domme, bijgelovige Teutoonse boskneuters. (Het Parool, 18/10/2005)
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: