kroont
kroont - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kronen ♢ Jij kroont 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kronen ♢ Hij kroont 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van kronen ♢ kroont!
Wiktionary (2019)
kroont - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kronen ♢ Jij kroont 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kronen ♢ Hij kroont 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van kronen ♢ kroont!
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: