Wat is de betekenis van kroezelhaar?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kroezelhaar

o., (Zuidn.) kroeshaar.

2025-07-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

kroezelhaar

kroeshaar. sterk gekruld, dik haar; kroeshaar. Vaak meer bepaald in toepassing op het type haar van mensen van negroïde afkomst. Voorbeelden: Op min of meer geregelde tijdstippen krijg ik bezoek van een jonge Afrikaan die ergens op de campus van de UCL moet wonen. Meestal tegen de avond belt hij discreet aan. Een erg bede...

2025-07-25
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

kroezelhaar

kroeshaar, dik krulhaar (informeel) Het is een gemeen karakter, ze is heel lomp gebouwd met breede heupen en schoften, platvoeten en kort kroezelhaar. (Christine D'Haen, Zwarte sneeuw) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 2 Vlaamsheid: 4

2025-07-25
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

kroezelhaar

(het) kroeshaar, krulhaar De superster die zichzelf omtoverde van zwart jongetje met kroezelhaar tot een lijkbleek spook heeft zich in een recente video-opname digitaal laten bijkleuren. - GvA, 30-11-2001.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kroezelhaar

o., (gew.). kroeshaar, krulhaar.

2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)