Wat is de betekenis van Krijsch?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Krijsch

Krijsch m. (-en), (w. g.) schreeuw, gil.

2025-07-28
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Krijsch

Krijsch, m. (-en), schreeuw, gil. *-EN, ow. gel. en ong. (ik krijschte of kreesch, heb gekrijscht of gekreschen, B. gekreeschen), schreeuwen, gillen; balken (als de ezels); huilen. *-ING, v. het krijschen, gekrijsch.

2025-07-28
Etymologicum 1573

Cornelis Kiliaan (1573)

Krijsch

Clamor, exclamatio.

Gerelateerde zoekopdrachten