Wat is de betekenis van KRAAK?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kraak

I.v. (kraken), 1. (hist.) naam voor zeker groot model van schepen, in de 16de—17de E. vnl. bij de Spanjaarden en Portugezen in gebruik; — later ook de naam van een binnenvaartuig met één mast, dat voornamelijk in Zuid-Holland thuis hoorde; 2. (nat. hist.) achtarmige inktvis. II. m., 1. het kraken, kraking: suiker op...

2025-07-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

kraak

(1906) (Barg.) inbraak; diefstal. 'Een kraak(je) zetten': inbreken. Zie ook: bonnenkraak*; braakje*; brakkie*; briezeltje*; mooi dingetje*; geweldje*; nachtwerk*; plofkraak*; spiezertje*; stoot*. • Twee vrijers waren bezig met een kraak. (Köster Henke: De Boeventaal. 1906) • De versliecheraar kan even goed de welgedane houder van ee...

2025-07-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kraak

kraak - Zelfstandignaamwoord 1. (koppotigen) een zeemonster, waarschijnlijk de inmiddels goed gedocumenteerde reuzenpijlinktvis, dat ondanks herhaalde waarnemingen door zeelui, door wetenschap en gemeenschap als mythisch werd afgedaan 2. (koppotigen) Octopus vulgaris, een inktvis zonder inwendig skelet 3. zich onbevoegd toegang versch...

2025-07-29
Nieuwe encyclopedie van Fryslân

Meindert Schroor PhH (2016)

Kraak

Galerij in een kerk. Voorbeelden zijn de stadhouderskraak in de Grote Kerk te Leeuwarden (Joucke Jouckes 1698) en de kraak in de hervormde kerk van Easterein (H. Hagart 1554).Zie: Fahner, A. e.a., De Jacobijner, hart van Leeuwarden (2003) 36.

2025-07-29
Papiaments woordenboek

Papiaments woordenboek

kraak

kraken

2025-07-29
Encyclopedie van het hedendaagse Friesland

Gerben Abma (1976)

KRAAK

De galerij in de kerk van Oosterend, gedateerd 1554 en bekend kunstwerk, blijkt eerder als kerkbank of tribune voor een zangkoor bedoeld te zijn geweest dan, zoals men tot nu toe meende, als afscheiding van het priesterkoor. Stijlkundig nauw verwant aan de Antwerpse school van Cornelis II Floris (1514-1575), maar kan in Friesland vervaardigd zijn....

2025-07-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

kraak

krake, bars in vaste materiaal; gekraak, brekende, knersende geluid maak; bars maak in vaste materiaal; swaarkry.

2025-07-29
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

KRAAK

(Fr.: kreake). Tegenwoordig galerij in een kerk bij het orgel. De K. van Oosterend, oorspr. een tribune voor de zangers (oksaal) bij het koor, heeft fraai snijwerk in de trant van Corn. Floris en is gemaakt door H. Hagart (1554).Zie: Buil. Oudh. bond iv (1902-03), 109-113; Haslinghuis, Bouwkundige termen, 215, 270.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Kraak

(Barg.) inbraak; kraken: uitrekken; kraker: inbreker; ook: een klein vaartuig met één mast