Wat is de betekenis van kopshout?

o., (timm.) (vlak van) hout dat de dwarsdoorsnede der vezels vertoont, ook eindelingshout geheten.

Vlak dat ontstaat door een boom of stuk hout haaks op de groeirichting door te zagen. Men ziet dan de jaarringen. Vgl. langshout.

kopshout - zelfstandig naamwoord uitspraak: kops-hout 1. zaagvlak dat ontstaat wanneer men hout haaks op de zaagt ♢ zij hebben een vloer van kopshout Zelfstandig naamwoord: kops-hout het kopshout

Kopshout is loodrecht op de lengte doorgezaagd hout (1), de jaarringen zijn als cirkels of gedeelten daarvan te zien.

noemt men hout, waarvan de kopse doorsnede te zien is.

s.n., kopshout (it), einlingshout (it).

het hout dat blootgelegd wordt wanneer een boomstam loodrecht op de lengte-as wordt doorgezaagd en waardoor de jaarringen zichtbaar worden.

Kopshout is hout, dat te zien komt door een zaagsnede loodrecht op de lengteas van den boom; hierdoor zijn de structuur en de eigenschappen van het hout goed te beoordeelen. Bij alle houtsoorten zijn in het kopshout concentrische ringen te onderkennen, zgn. jaarringen, waarvan het aantal overeenkomt met den ouderdom van den boom en die zichtbaar zi...

KOPSHOUT, o. (timm.) het hout aan beide einden of koppen eener plank, ook eindelingshout geheeten.