Wat is de betekenis van Komplot?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Komplot

(<Fr.), o. (-ten), (geheim) verbond met een kwade bedoeling, samenzwering tegen iem. of iets: een komplot smeden; iem. in een komplot betrekken; — (meton.) de saamgezworenen.

2025-07-23
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Komplot

[Fr. complot] samenzwering, samenspanning tot het plegen van een daad; (ook om iem. prettig te verrassen).

2025-07-23
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Komplot

samenzwering; de samenzweerders

2025-07-23
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

komplot

sameswering.

2025-07-23
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Komplot

o., samenspanning, samenzwering; komplotteren: samenspannen, een komplot smeden.

2025-07-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Komplot

s.n., komplot (it).

2025-07-23
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

komplot

o. samenzwering.

2025-07-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

komplot

o. komplotten (Fr. complot: samenspanning; bende samenzweerders; geheim verbond, steeds ongunstig).

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-23
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

komplot

v. samenspanning.