Wat is de betekenis van komend?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Komend

bn., hierna volgend, toekomstig : de komende geslachten ; — komende week, aanstaande week; — zie ook bij Komen, I. 7.

2025-07-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

komend

komend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vankomen

2025-07-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

komend

komend - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ko-mend 1. van of in de toekomst ♢ de komende tijd ga ik rustigaan doen Bijvoeglijk naamwoord: ko-mend de/het komende ... Synoniemen toekomstig Tegenstelli...

2025-07-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

komend

dw. bn.: de komende week, volgende; handel: het ons komende saldo, toekomende.

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

komend

'ko:mənt) bn. 1. aanstaand : -e week; de -e geslachten. 2. toekomend : het ons -e deel.

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

komend

bn., hierna volgend, toekomstig: de komende geslachten; komende week, aanstaande week.

2025-07-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)