Wat is de betekenis van Kohort?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kohort

v. (-en), onderafdeling (een tiende deel van een legioen) in het Romeinse leger, ca. 600 man; (oneig.) krijgsbende in ’t alg.

2025-07-23
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

kohort

onderafdeling van ‘n legioen of krygsbende.

2025-07-23
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Kohort

deel van Romeins legioen; krijgsbende.

2025-07-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kohort

v. -en; zie cohorte.

2025-07-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kohort

→cohort.

2025-07-23
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

kohort

kohort - v., legerbende.

2025-07-23
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Kohort

of cohorte (lat. cohors, hoop) oorspronkelijk het contingent, dat iedere volksstam van Italië voor het groote troepencontingent der bondgenooten aan de Romeinen te leveren had, en dat dan ook in het leger als nationaal geheel onder een eigen vaandel en eigen officieren bijeen bleef. De K. vormde het tiende gedeelte van een ala (vleugel). Door...

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kohort

KOHORT, v. (-en), onderafdeeling van een legioen (in het Romeinsche leger), legerafdeeling, krijgsbende.

Gerelateerde zoekopdrachten