knoeper, knoeperd
1) (1949) (inf.) groot exemplaar. Het WNT geeft als synoniem 'woepsterd'. Vgl. ook nog: floepjanus*; Janus*; jepper*; jetser*; joekel*; kallebaster*; knakker*; loeier(d)*. • .... waarvoor hij die knoeperd in zijn ransel niet had behoeven mee te sjouwen. (Wim Snitker: Om nooit te vergeten. 1949) • Hij had er een knoepert op gekregen en zi...