Wat is de betekenis van knoedel?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Knoedel

m. (-s), 1. meelballetje (in de soep); (mv.) spijs van deegklompen in water, vleesnat enz. gaargekookt; 2. kluwen, knot.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

knoedel

knoedel - Zelfstandignaamwoord 1. (voeding) een bal of balletje gemaakt van pastadeeg, aardappeldeeg, brooddeeg of een ander deeg en vaak een mengvorm van de hiervoor genoemde deegsoorten, of van oud brood Ik heb mij laten vertellen dat ik niet over de Poolse keuken kan schrijven zonder pierogi te noemen. D...

2025-07-28
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Knoedel

in de - raken Bargoens voor ‘in de war raken’. Ik voorspel jou, dat Rokus in de knoedel raakt door de ellende met z’n moeder. (Willem van Iependaal: Adam in ongenade, 1938)

2025-07-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Knoedel

[Du. Knödel = meelbal, van MNDu. knoode = knoop, knop] bal gemaakt van aardappelen, brood, griesmeel e.d.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

knoedel

m. -s, knoedeltje (bal brood, deeg, meel, in vet enz. gaargekookt).

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

knoedel

(‘knoedəl) m. (-s; tje) 1. meelballetje in de soep. 2. deegklomp in water, vleesnat enz. gaargekookt.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

knoedel

m. (s), 1. meelballetje (in de soep); (mv.) spijs van deegklompen in water, vleesnat, enz. gaargekookt; 2. kluwen, knot; 3. knoet.

2025-07-28
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

knoedel

knoedel - m., klompje deeg in water, vleeschnat, enz., gaar gekookt.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Knoedel

m. (-s), meelballetje (in de soep); deegklomp, in water, vleeschnat enz. gaargekookt.